© 2012 Jacqueline van Zwieteren. All rights reserved.

Het is maar een gebouw

Vijftien en een half jaar geleden stond ik voor het eerst op het schoolplein. Het schoolplein van basisschool De Waterlelie. Correctie; het schoolplein van DE DEPENDANCE van basisschool De Waterlelie. De dependance mocht er zijn tot het moment dat de school weer genoeg had aan alleen een hoofdgebouw. Dat moment was een jaar geleden. En vanaf vanmorgen vroeg is de sloop een feit.

In 1997 werd onze oudste zoon vier. We bezochten twee verschillende scholen en hadden geen duidelijke voorkeur. De locatie gaf de doorslag. We kozen strategisch voor de school die tegenover ons huis lag. Gelukkig maar, De Waterlelie bleek al snel een prima school. Daarnaast was het een luxe om zo dicht bij de school te wonen. Slapende broertjes tijdens haal- en brengtijden konden gerust een paar minuten alleen blijven. Dat scheelde een hoop jasjes en schoentjes aan- en uittrekken bij tegensputterende peuters.

De school en het schoolplein brachten nieuwe dimensies in mijn leven. In de school maakte ik kennis met leerkrachten en kinderen. En op het schoolplein ontmoette ik vaders en moeders.
Alle vier de jongens zijn hun basisschoolperiode gestart in dit gebouw. Ik heb alle lokalen van dichtbij gezien, gehoord (Honky Tonky Shanghai heeft een enorm bereik!) en geroken (een basisschool blijft zijn eigen specifieke geur behouden).
Hier hebben we afscheid genomen van kindertjes die gingen verhuizen, juffen en meesters die met pensioen of naar een andere school gingen. We huilden om de dood van de juffen Caroline en Anja. En we huilden met ouders die dierbaren verloren.
Gelukkig hebben we er ook veel gelachen. Bibliotheekboeken uitgedeeld, Kerstversieringen geknutseld, fotoboeken gemaakt. Vele Sinterklazen begroet. Groep acht kampers uitgezwaaid (en weer uitgeput terug zien komen). Tienminutengesprekken gevoerd en schooladviezen besproken. En nieuwe vriendschappen gemaakt.
De buitenschoolse opvang kreeg ook lokalen in de dependance. Zodat ik ook vaak nog tegen zessen door het gebouw tassen, jassen en kinderen aan het verzamelen was. Geen kind wilde naar huis.
De herinneringen gaan nog verder voor mij.
‘Weet je nog de nieuwjaarborrels van de bewonersvereniging?’ vraag ik mijn vriendin. ‘Ja, die keer dat we gingen frituren in de hal en het brandalarm afging en meester Bert moest komen.’ ‘En de keren dat we met het buurtzomerfeest uit moesten wijken naar de aula, omdat het zo hard ging regenen?’ We weten alles nog.
Ook het schoolpleintje, waar mijn jongens hebben leren fietsen, skaten en voetballen verdwijnt. De zandbak, waar heel wat in is gegraven en autootjes in zijn verdwenen, staat er leeg bij.
Terwijl mijn hersens verder kraken op zoek naar nog meer herinneringen hoor ik op de achtergrond de graafmachines met grof geweld het gebouw aan puin slaan. Af en toe nemen de slopers even een pauze en benaderen een paar ouders en omwonenden met aarzeling het hek. Er worden foto’s gemaakt en verhalen verteld. Totdat de machines hun werk weer hervatten.
‘Wat jammer…’ zucht ik als ik met mijn oudste zoon nog even uit het raam naar de sloopwerkzaamheden kijk. ‘Mam, het is maar een gebouw,’ zegt hij zoals een negentienjarige dat kan zeggen.
Natuurlijk, hij heeft gelijk. Maar toch…

Plaats een reactie

Uw e-mail wordt nooit gepubliceerd noch gedeeld. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *

U mag deze HTML-elementen en attributen gebruiken <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <s> <strike> <strong>

*
*