© 2013 Jacqueline van Zwieteren. All rights reserved.

Nogmaals bedankt, buurvrouw!

Ergens halverwege de jaren ‘70, kreeg ik op mijn verjaardag een pakje van de educatieve buurvrouw. De vorm, een langwerpige platte doos, deed mij blij vermoeden dat dit de gevraagde en o zo gewenste Barbiepop was.
Ik scheurde het papier los en wierp een blik op de doos. Selectief zag ik een afbeelding van een Barbiepop, lange zwarte haren, slank lichaam en een prachtige witte jurk. Mijn hart maakte een sprongetje van geluk. Terwijl ik gehaast de doos wilde openen drong het tot mij door dat er iets vreemds was aan mijn-Barbie-op-de-doos. Zij stond achter een oude man met een baard en zij hield haar hand op zijn schouder. De man hield zijn vingertoppen tegen elkaar en keek mij daarbij een beetje arrogant en uitdagend aan; ENG… Ik schoof de doos een stukje van me af.
‘Vind je het geen leuk spel?’ vroeg buurvrouw snerpend. De rest van de visite keek me nu ook vragend aan. ‘SPEL? IS HET GEEN BARBIE?’ wilde ik uitroepen. Maar in plaats daarvan knikte en mompelde ik wat. ‘Leuk… Bedankt…’
Iedereen draaide zich tevreden om en ging verder met koffie en taart. Ik trok de doos weer naar me toe. Teleurgesteld haalde ik het deksel er vanaf. Blij dat niemand naar me keek. In de doos veel gekleurde paddenstoeltjes (niet zo leuk als M&M’s), witte en zwarte staafjes en een ja, hoe noem je zoiets? Een bruinig speelbord met heel veel gaatjes.
Master Mind, want dat was het, is een van de klassiekers onder de spellen in logisch denken. De ene speler probeert de geheime code van de andere speler te ontrafelen.
‘Kijk,’ zei mijn broer R., ‘zwart is de goede kleur en op de goede plaats, en wit is de goede kleur en niet op de goede plaats.’ Hij begreep het spel en wilde het spelen. Hij had zin in winst. Eerst nog geduldig, probeerde hij de regels uit te leggen. Maar na een half uurtje vond ook hij het niet meer leuk. Van zo’n dom iemand kan ik niet eervol winnen, zal hij gedacht hebben. Ik dacht alleen maar aan mijn Barbie, die ik niet gekregen had.
Door de jaren heen werd het spel af en toe gespeeld. En zo waar, ben ik het ook nog gaan begrijpen. Zelfs gaan winnen. Ook van de broer. Daarna verdween het in een doos en verhuisde mee van huis naar huis.
Vorige week hielden we ‘grote schoonmaak’ in het rommelhok. Dat wil zeggen:
Hij: ‘Moet dat poppenhuis nou nog steeds bewaard worden?’ (we hebben niet eens dochters)
Zij: ‘De jongens hebben er ook mee gespeeld hoor.’
Hij: ‘Ja, om het kapot te schieten met hun Nerf pistolen.’
Zij: ‘Deze elpees, ga je die ooit nog draaien?’
Hij: ‘Aha, een cursus bin-nen-huis-ar-chi-tec-tuur, wanneer ga je daar mee aan de slag?’
Zij: ‘Moet je echt twee gereedschapskisten en tien bakken schroefjes hebben?’ (met je twee linkerhanden)
Hij: ‘Hé! Een doos met ‘uitzoeken’ erop. Hier voor jou!’
Ik open de doos en wie kijkt mij aan? Selectief zie ik een man van mijn leeftijd, met een baard. Hij houdt zijn vingertoppen tegen elkaar en kijkt mij daarbij arrogant en uitdagend aan; ENG…

Nogmaals bedankt, buurvrouw!

 

Plaats een reactie

Uw e-mail wordt nooit gepubliceerd noch gedeeld. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *

U mag deze HTML-elementen en attributen gebruiken <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <s> <strike> <strong>

*
*