© 2014 Jacqueline van Zwieteren. All rights reserved.

Moeders wil is wet

Het verhaal van Kees (74)

Ik werd op school gepest. Althans, dat is wat mijn moeder beweerde.

Volgens mijn moeder was ik een echt zorgenkindje. Als baby had ik al erg veel last van eczeem. Wanneer ik jeuk had, werden mijn armen wijd gespreid en in kokers vastgezet zodat ik mijzelf niet zou kunnen krabbelen. Ik werd ook wel in de teer gezet. Het proces van met teer ingesmeerd worden duurde altijd een paar dagen en herhaalde zich vaak. En werd ik niet in de teer gezet, dan gaf mijn moeder mijn vader opdracht om het zilte zeewater uit de Noordzee te gaan halen. Ik zie hem nog terugkomen op zijn fiets, met aan beide kanten van het stuur een tas vol flessen. Er was voor mij geen ontkomen meer aan. In dat zoute water werden lange lappen stof gedrenkt en daar werd ik dan vervolgens mee ingebonden. Die lappen moesten aan de lucht én aan mij drogen. Dat was zo koud! De lappen mochten er niet eerder af dan dat ze helemaal opgedroogd waren. Barbaars, niet?

Toen ik een jaar of vijftien was, hoorde mijn moeder over een blinde natuurgenezeres. We moesten twee trappen omhoog. De genezeres zat achter een tafel. Ze kreeg een foto van mij, waar zij met drie vingers en een duim over begon te wrijven. Haar pink ontbrak; vreemd dat je je zulke bizarre details kunt herinneren. Tijdens dat wrijven maakte zij rare geluiden, als een kat in nood. Ik durfde mij niet te verroeren terwijl mijn moeder juist naar de punt van haar stoel schoof. De vrouw constateerde na enige tijd dat ik last had van eczeem. Niet zo verrassend, gezien de reden van ons bezoek. Toch legde mijn moeder 30 gulden (een fortuin in die tijd!) neer voor kruidenthee en zalf. Geloof het of niet, na drie maanden was het eczeem grotendeels weg. Je kunt wel zeggen dat ik bijzonder blij was; verlost van eeuwige jeuk!

Na de lagere school ben ik naar de ambachtsschool gegaan. Ik was vaak afwezig door het eczeem. Ik was of echt ziek, of ik werd thuis gehouden door mijn moeder. ‘Je ziet er niet uit, ze zullen je mijden,’ zei ze dan. Uiteindelijk ben ik helemaal met school gestopt. Ik was veertien en mijn vader herhaalde mijn moeder: ‘Ga maar werken jongen, dan zal je van niemand meer last hebben.’

Om eerlijk te zijn, kan ik me niet herinneren dat ik ooit ben geplaagd. Ik had het eigenlijk best naar mijn zin op school, ik had er vrienden. Thuis hadden ze een andere beleving van mijn werkelijkheid. Daar deed je niks tegen. Moeders wil was gewoon wet. Ja, ik hield zielsveel van mijn moeder. En zij hield van ons. Ze was een prachtmens.

© 2014. Jacqueline van Zwieteren. Fictie met biografische grondslag. Met toestemming gepubliceerd.

 

Plaats een reactie

Uw e-mail wordt nooit gepubliceerd noch gedeeld. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *

U mag deze HTML-elementen en attributen gebruiken <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <s> <strike> <strong>

*
*