© 2014 Jacqueline van Zwieteren. All rights reserved.

Dat is mooi, toch?

Ik vroeg laatst aan mijn gezinsleden wie nu eigenlijk die Champions Leaguefinale in Lissabon had gewonnen; Spanje of Portugal? Het werd gelijk op hun Social Media-accounts gedeeld: Mijn moeder vraagt…

Voetbal. Ik heb er verdomd weinig mee. Natuurlijk vind ik het leuk om bij mijn zonen langs de lijn te staan. Ik vind het fijn om ze plezier te zien hebben in hun sport en ik ben trots als ze sportief samenspelen om een gezamenlijk doel te bereiken; de wedstrijd winnen!

Nu, het WK 2014. Waren het vroeger vooral de kinderen, is het tegenwoordig mijn volwassen man die de oranje hamsters van Albert Heijn blij in ontvangst neemt. Hij jaagt kleine kinderen terug achter de dranghekken met de mededeling: ‘Ja, hamsters heb ik wel, maar die krijg je niet.’ Lekker puh ontbreekt er nog aan. Hij versiert vervolgens iedere mogelijkheid in huis met een hamster. Met een oranje shirt aan en een oranje petje op, stelt hij mij de retorische vraag: ‘Leuk hè, lieverd?’

Eén kind legt me eindeloos geduldig uit hoe het nou precies zit met de poule-indelingen en die vervloekte buitenspelregel. Een onzinnige regel die ik nooit zal begrijpen. Of wil begrijpen. Een ander kind houdt een permanent monoloog over welke spelers waarin goed zijn en welke niet. Ondertussen worden er nog meer oranje toeters, ratels, shirts, hoedjes, leeuwenstaarten, brillen en Hawaïslingers van zolder gehaald. Wie geschminkt wil worden, krijgt een oranje neus en rood-wit-blauwe vlaggetjes op de wangen.

Vrijdagavond 13 juni. Het feest kan beginnen. Veel mannen, groot en klein, op het puntje van hun stoel. ‘Mam, wel je mond houden!’ wordt mij nog geboden. Op de tafel staan oranje tompoezen, paprikachips, WK M&M’s, limonade en bier. Niemand eet of drinkt. Behalve ik. Als het startsein wordt gegeven, is het doodstil in huis. Daar komt natuurlijk snel verandering in. Het begint met een hoop gevloek door een zéér onterechte penalty. Daarna is er – gelukkig – alleen nog een stijgende lijn in het enthousiasme te bespeuren. Na 90 minuten gaat het dak eraf. Vijf-één. VIJF-ÉÉN! Ze kunnen het niet geloven. Ik hoor de woorden wraak, gerechtigheid, veterdiploma en fe-no-me-naal.

Uiteraard hoop ik ook altijd dat we winnen. Niet zozeer om het voetbal. Maar om het saamhorigheidsgevoel dat een gewonnen wedstrijd teweegbrengt. We winnen de wedstrijd echt met elkaar. Dat is fijn. Daarnaast zegt mijn man steevast na iedere gewonnen wedstrijd: ‘Jack, ik hou van je! Wat hebben we het weer geweldig gedaan!’ En dat is mooi, toch?

Één Reactie

  1. Carla van Vliet
    Geplaatst op 23 juni 2014 om 14:51 | Permalink

    Geweldig je voetbalverhaal!!!

Plaats een reactie

Uw e-mail wordt nooit gepubliceerd noch gedeeld. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *

U mag deze HTML-elementen en attributen gebruiken <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <s> <strike> <strong>

*
*