© 2017 Jacqueline van Zwieteren. All rights reserved.

Fragment

Hij ziet Petter ineengedoken op de steiger staan. De vijver ligt er glad en vredig bij. Zo anders was het vijf jaar geleden.

In de ochtend had hij Petter ruzie horen maken met moeder.
‘Ik word knettergek hier,’ schreeuwde zij, ‘die eeuwige stilte.’
Lui stak hij een been onder het dekbed vandaan maar trok hem direct weer terug. Hij rilde, keek op zijn wekker, kwart voor elf, en rolde zich weer diep op onder zijn donzen dekens.
Het geruzie klonk voort. Hij wist niet meer op welk punt hij in slaap was gesukkeld. Toen hij weer wakker werd, zette de schemer al in. Met zijn hand veegde hij onder zijn bed op zoek naar zijn pantoffels en slofte daarna naar het toilet. Daar zakte hij op de ijskoude bril en bleef zitten zolang hij nodig had om de Puur Natuur uit te lezen.

Later, in de woonkamer was het stil en donker geweest. De kachel brandde niet zoals altijd.
‘Mam?’ had hij een paar maal in het luchtledige gevraagd. Moeder was er steevast. En nu niet. Het bezorgde hem een misselijk gevoel. Instinctief ging hij op zoek naar zijn mobiele telefoon. Geen bereik. Dat kon hem zo kwaad maken. Waarom moest moeder zo nodig met een boswachter aan de haal? Het idee om alleen in de stad achter te blijven, had echter niet aanlokkelijk geklonken. Hoewel moeder daar wel op aan had gedrongen. Dertig was hij destijds.

Soms kun je achteraf niet vertellen wanneer iets je voor het eerst opviel. Terwijl hij op de keukenkruk voor zich uit zat te staren, zag hij iets bewegen in zijn ooghoek. Hij draaide zijn hoofd en tuurde in de schemer. Het was de hond van Petter, spartelend in het midden van de vijver. Door zijn wilde bewegingen ontstonden grote kringen op het anders zo rustige oppervlak. Met zijn mobiel nog in de hand, opende hij de tuindeur. De kou sneed door zijn pyjama. Het was niet alleen de hond die wild bewoog, ook Petter waadde door het water naar iets groots dat op de bewegingen van de golven rustig heen en weer schommelde. Het had iets vredigs. Maar op het moment dat Petter hem in de gaten kreeg, schreeuwde hij hem toe: ‘Blijf daar jongen, blijf daar.’

 

Fragment – fictie.
Dactylus, academie voor schrijfdocenten, 2017.

Plaats een reactie

Uw e-mail wordt nooit gepubliceerd noch gedeeld. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *

U mag deze HTML-elementen en attributen gebruiken <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <s> <strike> <strong>

*
*