© 2013 Jacqueline van Zwieteren. All rights reserved.

Huh, apart!

Ik merk haar op als ik in het park loop met de hond. Ze zet steeds twee á drie stapjes vooruit en leunt dan weer zwaar op haar rollator. Zo blijft ze even staan, het hoofd gebogen, handen stevig om de handvaten.

‘Gaat het, mevrouw?’ vraag ik overbodig. Iedereen kan zien dat het niet gaat. Ze ademt zwaar, neemt een hap lucht en zegt met een grijns ‘die benen hé?’. Ik kijk naar haar benen, alsof daar iets te zien zou zijn. Ze ziet het. ‘Nee, nee, met de buitenkant is niks mis, van binnen, een nieuwe knie of heup…’, ’…zou geen kwaad kunnen?’ vul ik haar vragend aan.

Al lopend, steunend, wachtend, lopend, steunend, wachtend begint ze te vertellen. Over haar heup en haar knieën. Over haar kleinzoon. Over haar overleden dochter. Over waar ze woont, hoe lang ze daar al woont en met wie ze daar woont. Ze woont met haar man. Al bijna zestig jaar. ‘Morgen ben ik jarig en ik kan niet wachten op mijn cadeau! Ieder jaar krijg ik iets moois, altijd een verrassing.’ ‘Een mooie vaas, een mooie sjaal?’ vraag ik. ‘Néé! Iets moois! Een sieraad!’
In januari gaat hij al op zoek. Haar man van nu 83 jaar. ‘En u weet écht niet wat u krijgt?’ vraag ik vol ongeloof. ‘Nee, echt niet’. ‘Wat mooi en bijzonder’ zeg ik, denkend aan de vele hints en tips die ik mijn man ieder jaar weer geef de dagen voorafgaand aan mijn verjaardag.
Terwijl we voortschuifelen richting haar huis (en het mijne), krijg ik nog veel te horen. Over haar verleden, maar ook over het heden. Veel nare dingen. Veel mooie dingen. Alles wordt met passie en levenslust verteld. ‘Waar woont u eigenlijk?’ vraagt ze op het moment dat we zo’n beetje voor mijn huis staan. ‘Hier’, wijs ik. Ze neemt het huis en de omgeving in zich op. ‘Had u hier ook kinderen op school?’ Al wijzend richting de kale vlakte voor onze neus. Ik antwoord bevestigend. ‘Dan zult u hier vast wel een hoop herinneringen hebben.’
Ik vertel haar dat ik heb geschreven over mijn herinneringen aan het schoolgebouw op het wijkenweblog. ‘Heeft u een computer?’ Vraag ik haar. Natuurlijk heeft ze een computer, geïnstalleerd door de kleinzoon. ‘Je moet wel bijblijven!’ Ik leg haar uit hoe ze het wijkenweblog kan vinden. ‘Google op Over Mijn Wijk en voilà!’ Ze fronst haar wenkbrauwen maar zegt niks. Zou ik haar niet volwassen hebben benaderd? Veel ouderen ondervinden daar hinder van. Schiet het door mijn hoofd.
We nemen afscheid bij mijn voordeur. ‘Fijne verjaardag morgen’, wens ik haar. ‘Dank u wel hoor, tot ziens.’ En terwijl ze zich omdraait om verder te lopen hoor ik haar verwonderd zeggen: ‘Huh, apart! Over Mijn Lijk…’

Plaats een reactie

Uw e-mail wordt nooit gepubliceerd noch gedeeld. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *

U mag deze HTML-elementen en attributen gebruiken <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <s> <strike> <strong>

*
*