Herinneringen aan… [deel 11]
‘Gewoon rustig doorlopen,’ zegt mijn vader, ‘dan is er niets aan de hand.’
We wandelen met het hele gezin over de Eggeralm in Karinthië. Althans, mijn twee broers zijn met het oog op de beloning – Kaiserschmarrn – al ver voor ons uitgesneld en dus niet meer in zicht. Zicht hebben we sowieso niet veel, de wolken hangen laag en wij zitten hoog. Dit resulteert in een frisse mistige omgeving, waar wij, onervaren Hollanders, met onze korte broeken, T-shirts en platte gympen bibberend doorheen trekken. Nog 4,2 km naar de dichtstbijzijnde stube, vertelt een bewegwijzeringsbordje ons. Ondanks het weer, spring ik vrolijk over een verzameling koeienvlaaien, waar door mijn luchtverplaatsing een honderdtal strontvliegen van opschrikt. Om ons heen horen we voortdurend koeienbellen rinkelen en af en toe wat gemekker van een geit. Het ruikt lekker, de vochtige berglucht, het gras. Ik voel me gelukkig, ik voel me een echte Heidi! Dan staan we ineens oog in oog met een paar wel erg grote koeien die zich hebben verzameld op het pad. Ons pad. Wij stadsmensen. Mijn moeder, zus en ik, we verschuilen ons snel achter mijn vader.
‘Wahhh…’ zegt mijn zus.
‘Harry!’ siddert mijn moeder.
‘Ik ben bang…’ mompel ik.
‘Gewoon rustig doorlopen,’ zegt mijn vader nogmaals, ‘dan is er niets aan de hand.’ En in een kluitje verplaatsen we ons tussen de logge kudde door. Ik houd mijn ogen half dicht, kijk een koe nooit in de ogen!, en klamp me vast aan mijn vaders blouse.
‘Hé, mijn blouse hoeft niet stuk!’ zegt hij geïrriteerd.
‘Maar straks vallen ze aan!’ fluister ik paniekerig. Mijn vader grinnikt nu. Hij lacht ons gewoon uit. Tien tellen later laten we de koeien achter ons.
‘Ik wil naar huis,’ piep ik.
‘Dan moeten we er weer langs,’ zegt mijn zus.
‘We zitten als ratten in de val,’ giechelt mijn ineens erg stoere moeder.
‘Ik ben moe!’ probeer ik tot slot, zonder enig succes.
‘We zijn er bijna,’ zegt mijn vader ter bemoediging, ‘nog maar 3,5 km.’
En dan nog terug, denk ik. Dat ik ooit een Heidi wilde zijn.
(©Jacqueline – Het Verhaal Achter)
Gingen jouw (groot)ouders als kind op zomervakantie?
– Was er geld en tijd voor een (buitenlands) reisje?
– Werden er dagtrips gemaakt?
– Of werd er ‘gewoon’ doorgewerkt in de vakantie? En moesten de kinderen helpen bij het werk of zichzelf vermaken?
En hoe zit dat eigenlijk met jou? Wat zijn jouw herinneringen?
– Ging jij als kind op zomervakantie? Hoe? Met de auto, bus of trein?
– Gingen jullie naar het buitenland? Of bleef je thuis?
– Kun je je nog bijzondere avonturen herinneren?
– Wat herinner je je van de taal die, of het dialect dat, er gesproken werd?
– Hoe was het landschap en misschien at je wel iets nieuws?
Er valt nog zoveel te vertellen!
Heb je hulp nodig? Kijk dan eens bij Levensboek of Cursus Levensverhalen schrijven!
Foto: tageswoche.ch
8 Reacties
zomer 2014, Oostenrijk, Lofer. l’histoire se répéter. Koeien in de mist.
@Frans Haha! Ja en nog steeds doodeng! 😉
wat een mooie vakantieherinnering… voor mij was het vooral de adembenemende uitzichten in de bergen die me vervulde van een machtig gevoel!
@Vanessa De uitzichten zijn over het algemeen prachtig, maar bij deze herinnering was het vooral erg mistig en was er weinig zicht… 😉
Ja, ik mocht ook een keer die klim op de Eggeralm met jou en je ouders maken! Ook de koeien gezien en kaiserschmarren gegeten. Heerlijk! Wat werd ik door jullie verwend. Aan die vakantie bewaar ik nog steeds hele goede herinneringen. Tijd om ze ook eens op te schrijven 🙂 Wanneer start je volgende cursus? Serieus!
@Monique Hele mooie herinneringen! 😉 Ik mail je over de cursus!
Haha, echt een Heidi verhaal! Maar dan zonder een Peter… 😉
@Carla Ja, die Peter vond ik op die leeftijd nog niet zo interessant… 😉