Ik voel zijn stilte, warme
handen stevig om me heen,
wij samen in het donker
Zoute druppels glijden langs
zijn wang langzaam in mijn nek
ik heb het koud, wil huilen
maar het komt nog niet.
Bekende ogen, groot en
bang strijkt hij over mijn haar,
wij samen in het donker
Mijn mond droog, de grond nabij
trillende armen strekken zich
ik wil schreeuwen: ‘Houd me vast’,
maar hij doet het niet
Glimmend draad met scherpe
stekels, doorgegeven via het loket
van de wanhoop
Vreemde handen, die mij troosten
nu ik eindelijk huil
Nieuwsgedicht.
Dactylus, academie voor schrijfdocenten, 2017.