De herfst straalt groen, bruin, oranje en geel. De aangename najaarszon laat mij beseffen hoe snel de zomer voorbij is gegaan. Een zomer met twee hittegolven waar geen eind aan leek te komen. En toch, nu is het oktober.
Ik las het boek van Douwe Draaisma; Waarom het leven sneller gaat als je ouder wordt. Hij legt hierin o.a. uit, dat objectieve vertraging subjectieve versnelling creëert en dat daarin het tempo van biologische klokken meespeelt. Misschien dat daarom de dagen als kind zo lang waren en de tijd van de ouderdom zo verontrustend snel voorbijgaat: onbewust zien we de tijd van de klok tegen de achtergrond van de fysiologische tijd. De objectieve tijd, die van de klok, glijdt in een gelijkmatig tempo voort, als een rivier door laagland. Aan het begin van zijn leven rent de mens nog kwiek langs de oever, sneller dan de stroom. Rond het middaguur is zijn tempo al wat lager en loopt hij gelijk op met de rivier. Tegen de avond, als hij vermoeid raakt, versnelt de stroom en raakt hij achter. Tenslotte blijft hij stilstaan en gaat liggen, naast een rivier die zijn loop vervolgt in hetzelfde onverstoorbare tempo waarin hij de hele dag al heeft gestroomd.
Wat zijn jouw ervaringen met het tempo van de tijd?