Bij mijn jongens weet ik het nooit zeker; is het echt of een hoop dramatiek? Ik ken angsten, maar niet voor spinnen. Dus vind ik het soms moeilijk voor te stellen dat jongens met een lengte variërend tussen de 1.50 m en 1.95 m werkelijk bang zijn voor een beestje dat je tussen twee vingers kunt pletten. Desondanks neem ik hun angst serieus. Meestal.
-
Arachnofobie is waarschijnlijk de meest voorkomende vorm van dierenfobie. Opvallend is dat arachnofobie bij inheemse volken aanzienlijk minder voorkomt dan in de Westerse samenleving (zou dat niet voor de meeste fobieën gelden?).
- De angst kan zich uiten in het mijden van gebieden waar iemand spinnen verwacht tegen te komen. De rechtstreekse confrontatie met spinnen kan in serieuze gevallen leiden tot ernstige paniekaanvallen.
‘Ma-a-a-mmm….Help…,’ hoorden wij gesmoord en pieperig uit de hoek van de kamer komen. Het was pikkedonker en we hadden echt geen idee welk kind om hulp riep, laat staan waarom. We sprongen ons bed uit, op weg naar een lampje en een kind.
‘ON-GE-LOOF-LIJK- (uiteraard gebruikte hij niet het keurige ‘ongelooflijk’) -GRO-TE-SPIN’ over zijn hoofd gekropen. Hij had hem op tijd van zich afgeslagen. Net voordat de spin zijn mond in wilde gaan.
-
Voor de omgeving zijn de angsten en paniek niet reëel. Ook de lijder ziet zelf vaak in dat de angst eigenlijk overdreven is. Vaak biedt psychologische begeleiding uitkomst. Afhankelijk van de persoon en de oorzaak van de fobie kan dit gebeuren door directe confrontatie of door de persoon langzaam maar zeker aan spinnen te laten wennen.
Ik had ze gewoon niet zoveel voor moeten lezen.
Bron: Wikipedia