Het zit erop. Na ruim zeventien jaar namen we deze week voorgoed afscheid van de basisschool van onze kinderen.
In februari 1997 stapte ik voor het eerst met een gewillige kleuter over de drempel van de school. Mijn oudste zoon had er zin in. Ik kreeg een dikke kus waarna hij mij gebaarde weg te gaan. Zo volgde nummer twee, drie en vier. Ze hadden het allemaal fijn op de basisschool. Ze maakten vriendjes, hadden leuke meesters en juffen en konden goed meekomen.
Omdat ik op het schoolplein stond voor de jongsten, kon ik het wel en wee van de oudsten lang volgen. Bij de allerjongste kwam ik de laatste jaren steeds minder op school. Fietsen kon hij allang zonder begeleiding of in ieder geval liever met vriendjes. De sporadische keren dat ik spontaan mijn gezicht op het schoolplein liet zien stond ik verloren tussen de nieuwe generatie ouders en keek mijn zoon mij meestal ontdaan aan met een blik van jou ken ik niet gevolgd door: ‘Wat doe jij hier?’
Aan het eind van groep 8 kwam daar enige verandering in. Allereerst brak mijn zoon zijn pols waardoor ik ineens vriendelijk werd verzocht om hem zoveel mogelijk te brengen én te halen: ‘Wacht maar wel in de auto.’
Daarnaast werd ik in sommige situaties gewoon geacht aanwezig te zijn.
Zoals bij het uitzwaaien van de bus voor groep 8 kamp. Natuurlijk niet te uitbundig en vooral: ‘Geen handkusjes en niet huilen, alsjeblieft!’
Bij terugkomst van kamp: ‘Het was supervet. Kun jij mijn tassen dragen, ik ben echt kapot moe. Oh, enne, ik heb die stinkbom toch nog gedaan!’
Een bioscoopmiddag: ‘Jij kan wel rijden, toch? Of heb je iets te doen?’
Het EHBO-examen: ‘Ik heb een slachtoffer nodig, jij mam?’
Een brandweeroefening in de avond: ‘Haal me maar op als het donker is.’
De musical, natuurlijk, maar niet te hard juichen en tegen zijn vader: ‘Pap, je hoeft niet overal foto’s van te maken!’ Na afloop lieten de kinderen gezamenlijk Chinese wensballonen op, die de ouders aan mochten steken. Uit veiligheidsoverwegingen.
Tot slot, de kinderen – en ouders – van groep acht zijn dan echt de uitputting nabij, mag ik de laatste minuten van een spetterende afscheidsdisco aanschouwen. Nog één keer slowen met je recent verworven verkering, nog één keer uit je dak gaan met je vrienden voor het leven. Dan – nog niet gehinderd door alle wereldse ellende – volgen dramatische taferelen. De een na de ander begint te huilen. Eerst de meisjes en daarna, ja echt, toch ook de meeste jongens. Volgens mij houdt zelfs de meester het dit keer niet droog. ‘Ik ga jullie zó missen!’ afgewisseld door vrolijke groepsselfies. Mijn zoon ziet wit onder zijn rood bezwete wangen: ‘Ik hoef echt niet te huilen, hoor.’ Toch komt hij even stil naast me staan. Heel even maar. En gaat dan, alsof de muziek niet uit is en de tl-verlichting weer aan, gewoon verder met dansen en springen, samen met een plukje overgebleven kinderen, allen met een afscheidsprobleem. Ze schreeuwen luid, schor en met rode ogen: ‘Groep-acht-forever-and-ever-and-ever!’ Ach, wat zou dat mooi zijn.
2 Reacties
Wat ben jij een bofkont met 17 jaar basisschool!
Nog één jaartje bij ons en dan heb ik er ‘slechts’ 8 jaar van mogen genieten. Dan breekt een nieuw tijdperk aan. De tijd vliegt.
Geniet van het laatste jaartje! 🙂