‘Niet over de oorlog praten!’
De eerste keer dat ik bij een reminiscentiegroep aanwezig was voor ouderen met een vorm van dementie – nu zo’n acht jaar geleden – werd dit advies alle nieuwkomers op het hart gedrukt. Vreemd, vond ik dat. Reminisceren is (de plezierige) herinneringen ophalen. Daar kunnen ook minder prettige herinneringen bij om de hoek komen kijken. Moesten we die dan zomaar negeren? Het bleek al snel een onmogelijke opgave. We konden als gespreksteam nog zo hard sturen naar een leukere herinnering, als de persoon in kwestie iets kwijt wilde, dan moest hij/zij het ook echt kwijt. Het negeren van een kwetsbaar en nog altijd levendig onderwerp paste ook totaal niet bij mij als persoon. Al snel vertaalde ik dus het vermijden naar een geïnteresseerd luisteren, begrip tonen en vooral geen (negatief) oordeel vellen. Ik ben deze manier van werken blijven gebruiken en tot op de dag van vandaag merk ik dat zelfs de ‘kinderen’ die na de oorlog zijn geboren blij en opgelucht kunnen zijn dat zij met regelmaat hun verhaal kwijt kunnen, privé of in groepsverband. De oorlog hoort bij hun levensverhaal, het zou geen recht doen aan de persoon om dit belangrijke stuk uit zijn/haar leven over te slaan.
In Iedere dag komt het voorbij van Jacomette de Blois staan (meer dan) vijftig verhalen van ouderen over hun leven in de oorlog. Wat begon als een zoektocht om mijn roman in wording meer duiding en vorm te geven, eindigde in een extra toegevoegde waarde omdat ik de verhalen en tips die Jacomette in haar boek deelt ook rechtstreeks toe kan passen in mijn werk als activiteitenbegeleider van ouderen met een vorm van dementie.
Leestip
Ik deel dit boek dan ook graag als leestip voor iedereen die werkt met ouderen (met of zonder een vorm van dementie). De impact van oorlogsherinneringen op de levensloop van ouderen en hun nakomelingen is groot. Laten we ervoor open blijven staan. Ook als straks de groep alleen nog uit nakomelingen bestaat.
De vraag
Tot slot stelt Jacomette zich de vraag: ‘In tijden van oorlog en bezetting, wie ben ik dan als het erop aankomt?’ Een vraag die ook mij aan het denken heeft gezet. Durf ik mensen te helpen, met gevaar voor eigen leven? Met gevaar voor het leven van mijn familie? Kan ik wegkijken? Zou ik bij de overgrote grijze meerderheid hebben gehoord? Eerlijkheidshalve; ik weet het niet. Zou jij er voor jezelf een antwoord op kunnen geven?