Het is zwoel, 21 graden. Ik zit in de tuin, sluit mijn ogen en probeer aan niets te denken. Het lijkt stil maar toch hoor ik van alles. Ergens in de rij huizen repeteert een zangkoor, ik hoor een bas en een duidelijke tenor. Een dieselauto rijdt de straat in en toetert. Waarom? Een kibbelend stel loopt langs. De buurvrouw praat tegen haar kippen en van een bovenverdieping klinkt een luide remix. Er wordt een eenzame kliko naar huis gereden. Een klein kind huilt, wil of kan niet slapen. Een mug zoemt om mijn oor. En de kurk plopt van de fles. Zomaar een zomeravond. Fijn.