Ik zit in de gipskamer, met een kind. Niks verrassends – ik heb hier de afgelopen jaren wel vaker gezeten. Dit keer niets ernstigs, of pijnlijks. Toch wil de vrouwelijke gipsmeester, mijn zoon gewoontegetrouw heel lief afleiden.
‘Ruim jij je kamer weleens op?’ begint ze vragend aan mijn zoon.
‘Eh, ja, ik heb hem pas nog opgeruimd,’ zegt hij mijn blik ontwijkend.
‘Goed zeg! Ik heb drie kinderen en die kijken me alleen maar verbaasd aan als ik ze vraag of ze hun kamer op willen ruimen. Terwijl het mij toch vrij logisch lijkt dat iedereen zijn steentje bijdraagt in het huishouden. Zo ook met de boodschappen. Ze eten alles op, maar vragen zich nooit af hoe al dat eten in de kasten komt.’
Mijn zoon lacht ongemakkelijk. Het gaat tenslotte ook een beetje over hem.
‘En help jij de zware tassen naar binnen dragen als je moeder met de boodschappen thuiskomt? Of ga je mee naar de winkel?’ Oei, twee lastige vragen ineen.
‘Ja, best wel, vaak, soms, als ze het vraagt. Ik heb zaterdag de wc-rollen mee naar boven genomen!’ reageert hij blij.
‘Jullie wonen in een drive-in woning?’
‘Ja,’ zegt hij, niet wetende wat dat voor woning is.
‘Nee,’ grijp ik in, ‘we bewaren de wc-rollen boven in het washok.’ Waarom ik dit uitleg, is mij een raadsel. Maar de start van het wc-rolgesprek is bij deze wel een feit.
‘Ook zoiets; nooit hangen ze een nieuwe rol op na het laatste velletje!’ zegt de gipsmeester vol onbegrip.
‘Ja, hoe ze dan de boel toch droog- en schoonvegen, ik weet het niet.’ Ik passeer een grens, ik zie het aan mijn kind. Hij geeft mij de blik: MAM! AWKWARD!
‘Ik wil het niet weten. Ik wil er niet eens aan denken.’ Zucht de gipsmeester.
Mijn zoon schaamt zich diep. Voor mij. Hij schudt zijn hoofd en wil het liefst weglopen. Jammer, dat gaat nu even niet. Ander onderwerp, denk ik. Alleen kan ik niks anders bedenken. Bovendien weet mijn gesprekspartner niet van ophouden: ‘En dan die lege rolletjes, die liggen overal, alsof ze zelf naar de prullenbak kunnen lopen. Ik vind ze in het fonteintje, aan de deurkruk, achter de wc, in het raamkozijn. Hele verzamelingen. Een kleuterjuf zou er een bod op doen. Om mee te kunnen knutselen dan, hè?’
Ik zie mijn zoon triomfantelijk opkijken. En weet wat er gaat komen.
‘Mijn moeder knutselt ook graag met de rolletjes hoor. Dan tekent ze er droevige gezichtjes op. Oogjes met van die rollende tranen. En ze schrijft er zielige teksten bij. Zo van “Help mij! Niemand houdt van mij, ik kan niet lopen, ik heb geen beentjes en wie wil mij naar de prullenbak dragen?”’
Terwijl de gipsmeester meedogenloos begint te lachen, horen we vanachter een gordijn: ‘En, helpt dat?’
Nee, natuurlijk niet. En ik geef mijn zoon de blik: AWKWARD!
4 Reacties
Misschien een meester in gipsen maar niet in afleiden…awkward! 😉
@Carla Het was absoluut een hele lieve en vakkundige gipsmeester! Het gesprek ging ook wel de verkeerde kant op door mijn reactie… 😉
Je hebt me wel op een idee gebracht! 🙂
@Monique Wie weet heeft het op meisjes wel een heel positief effect! Succes! 😉